02.08.2012, 17:00
.
Ik kan mijn lippen niet tot lachen dwingen
En 't leek mij slecht, zoo 'k liet mijn lippen liegen.
Ik laat ze alleen mijn bleeken weemoed wiegen
- Dat grijze kind - met droeve liedjes zingen.
O 'k weet het wel hoe jubelzangen vliegen
Ten blauwen hemel hoog op blanke zwingen
En de arme ziel vergeten doen geringen
Aldaagschen nood en blij met hoop bedriegen.
O 'k weet wel, weelde ware 't, hemeldronken,
Om blonde Mei, azuur en zon te juichen,
Om roze-aroom en liefde en sterrevonken.
Doch zie, mijn ziel werd door een donkren vuigen
Daemon in smart gekerkerd en geklonken
En van haar lijden wil mijn ziel getuigen.
Ik kan mijn lippen niet tot lachen dwingen
En 't leek mij slecht, zoo 'k liet mijn lippen liegen.
Ik laat ze alleen mijn bleeken weemoed wiegen
- Dat grijze kind - met droeve liedjes zingen.
O 'k weet het wel hoe jubelzangen vliegen
Ten blauwen hemel hoog op blanke zwingen
En de arme ziel vergeten doen geringen
Aldaagschen nood en blij met hoop bedriegen.
O 'k weet wel, weelde ware 't, hemeldronken,
Om blonde Mei, azuur en zon te juichen,
Om roze-aroom en liefde en sterrevonken.
Doch zie, mijn ziel werd door een donkren vuigen
Daemon in smart gekerkerd en geklonken
En van haar lijden wil mijn ziel getuigen.