02.08.2012, 17:59
.
Nog lag de bijl, waarmee ik wreed mijn goden
Verslagen had, in maanlicht, blank te blinken.
De trotsche goden, die ik dorst verminken,
Lage' in mijn tempel als op 't slagveld dooden.
En 'k hoorde een suizen, na 't moorddadig klinken
Der wilde slagen: 't ruischend bloed zong oden
Aan hoogmoed, streng had die mijn smart verboden
Voor nieuwe goden in het stof te zinken.
Nu zaaml ik vroom de ranke beeldeleden
En kus ontroerd de reine marmerlippen,
Die zwegen koel wen zonde ik had beleden.
Nu hul ik zacht en eerbiedvol in krippen
Sluiers van rouw mijn goden van verleden
En laat ze in graven, blank van bloemen, glippen.
Nog lag de bijl, waarmee ik wreed mijn goden
Verslagen had, in maanlicht, blank te blinken.
De trotsche goden, die ik dorst verminken,
Lage' in mijn tempel als op 't slagveld dooden.
En 'k hoorde een suizen, na 't moorddadig klinken
Der wilde slagen: 't ruischend bloed zong oden
Aan hoogmoed, streng had die mijn smart verboden
Voor nieuwe goden in het stof te zinken.
Nu zaaml ik vroom de ranke beeldeleden
En kus ontroerd de reine marmerlippen,
Die zwegen koel wen zonde ik had beleden.
Nu hul ik zacht en eerbiedvol in krippen
Sluiers van rouw mijn goden van verleden
En laat ze in graven, blank van bloemen, glippen.