01.08.2012, 19:49
.
O lieve troost, die 'k wil mijn tranen geven!
Haar hart zwol zwaar - een rijpe vrucht - en brak
Ten lest haar lijdend lijf, gebogen tak,
Maar 't eedl aroom, haar ziel, blijft trouw me omzweven.
Doch grijze twijfel maakt die troost wel wrak:
- Sterft élke ziel, hoe zal haar ziel dan leven?
Aan 't klamme grafslijk blijft mijn treuren kleven,
Een arm insect, voor hemelvaart te zwak.
Ook ik zal weldra, moe van 't leven, rusten,
Met bleeke bloemen rond mijn bleek gelaat.
Zal ik dan weten hoeveel weeën susten
De droeve zangen, die ik achterlaat?
Zal 'k vinden weer de lippen, die mij kusten,
In wazerood van hemel-dageraad?
O lieve troost, die 'k wil mijn tranen geven!
Haar hart zwol zwaar - een rijpe vrucht - en brak
Ten lest haar lijdend lijf, gebogen tak,
Maar 't eedl aroom, haar ziel, blijft trouw me omzweven.
Doch grijze twijfel maakt die troost wel wrak:
- Sterft élke ziel, hoe zal haar ziel dan leven?
Aan 't klamme grafslijk blijft mijn treuren kleven,
Een arm insect, voor hemelvaart te zwak.
Ook ik zal weldra, moe van 't leven, rusten,
Met bleeke bloemen rond mijn bleek gelaat.
Zal ik dan weten hoeveel weeën susten
De droeve zangen, die ik achterlaat?
Zal 'k vinden weer de lippen, die mij kusten,
In wazerood van hemel-dageraad?