01.08.2012, 19:25
.
Gelijk een meisje nauw haar schat kan dragen
Van armenvol violen en seringen
En, heel den weg, van weelde loopt te zingen
Om roze en ooft, beloofd in zomerdagen; -
Maar, zijn verbleekt tot lieve erinneringen
En bloem en vrucht, zoo zal haar weemoed klagen:
- ‘Bloeide éen viooltje, ik zou 't voor wintervlagen
Beschermen trouw, met zorg en liefde omringen’.
Wil moeder wel, uit meelij, met fluweelen
Viool en wassen appel ál vergoeden,
Het meisje schreit en wil er niet mee spelen.
Zoo weent mijn ziel en wil van wee verbloeden,
Om jonge vreugd, die welig haar deê kweelen. -
Hoe zal de Kunst voor wanhoop mij behoeden?
Gelijk een meisje nauw haar schat kan dragen
Van armenvol violen en seringen
En, heel den weg, van weelde loopt te zingen
Om roze en ooft, beloofd in zomerdagen; -
Maar, zijn verbleekt tot lieve erinneringen
En bloem en vrucht, zoo zal haar weemoed klagen:
- ‘Bloeide éen viooltje, ik zou 't voor wintervlagen
Beschermen trouw, met zorg en liefde omringen’.
Wil moeder wel, uit meelij, met fluweelen
Viool en wassen appel ál vergoeden,
Het meisje schreit en wil er niet mee spelen.
Zoo weent mijn ziel en wil van wee verbloeden,
Om jonge vreugd, die welig haar deê kweelen. -
Hoe zal de Kunst voor wanhoop mij behoeden?