01.08.2012, 19:15
.
De vooglen wachten, bruin op bruine twijgen,
Op 't nedersneeuwen van het blanke brood.
Zij wete' een hand, wie geven nooit verdroot,
Die heden zeker weder kruim laat zijgen.
Met sluw gesluip kwam donkre hongerdood
Het broze vogelleven kil bedreigen,
Zoo niet die hand, zóo trouw als Jáhwéhs eigen,
In woestenij van winter manna bood.
Zoo doen mijn droomen: wachten en vertrouwen
De hand, die gaf en áltijd geven zal,
Tevreden kweelend, wen het wolkenrouwen
Vervroolijkt éven blanke woordenval.
Blijf strooien, liefde, mild, tot Meie-blauwen.
Met melodie vergoeden zij u ál.
De vooglen wachten, bruin op bruine twijgen,
Op 't nedersneeuwen van het blanke brood.
Zij wete' een hand, wie geven nooit verdroot,
Die heden zeker weder kruim laat zijgen.
Met sluw gesluip kwam donkre hongerdood
Het broze vogelleven kil bedreigen,
Zoo niet die hand, zóo trouw als Jáhwéhs eigen,
In woestenij van winter manna bood.
Zoo doen mijn droomen: wachten en vertrouwen
De hand, die gaf en áltijd geven zal,
Tevreden kweelend, wen het wolkenrouwen
Vervroolijkt éven blanke woordenval.
Blijf strooien, liefde, mild, tot Meie-blauwen.
Met melodie vergoeden zij u ál.