01.08.2012, 19:13
.
Nu vult mijn ziel het klaaggeschrei der pauwen,
Doordringend droeve in 't late schemerlicht.
De bosschen donkren en de heuvels blauwen.
In weemoedbleek smelt weg het vergezicht.
Ik wandel langzaam in verloomend-lauwen
Adem van vlier, den moeden blik gericht
Naar de avondster, maar 'k voel mijn hoop verflauwen
Op Gods genade en 'k beef voor Gods gericht.
Het bloeiend gras vangt vleiend-zacht mijn voeten
En fluistert: - ‘Voel hoe de aarde is warm en goed.
Zij laat u niet voor levens lijden boeten,
Maar veilig slapen, droomloos, kalm en zoet.’
Doch schreien blijve' om 't rijk waarheen wij moeten
De schoone pauwen van mijn overmoed.
Nu vult mijn ziel het klaaggeschrei der pauwen,
Doordringend droeve in 't late schemerlicht.
De bosschen donkren en de heuvels blauwen.
In weemoedbleek smelt weg het vergezicht.
Ik wandel langzaam in verloomend-lauwen
Adem van vlier, den moeden blik gericht
Naar de avondster, maar 'k voel mijn hoop verflauwen
Op Gods genade en 'k beef voor Gods gericht.
Het bloeiend gras vangt vleiend-zacht mijn voeten
En fluistert: - ‘Voel hoe de aarde is warm en goed.
Zij laat u niet voor levens lijden boeten,
Maar veilig slapen, droomloos, kalm en zoet.’
Doch schreien blijve' om 't rijk waarheen wij moeten
De schoone pauwen van mijn overmoed.