01.08.2012, 18:56
.
Waar daalt de zon, aan 't eind der heuvelstraat,
Bloeit, tusschen aarde en hemel, een vallei
Zoo rozerood of Rozenland daar lei.
O, 't wonderland van sprookje en droom bestaat!
Nu laat mij wandlen in die rozewei,
In rozebeken spieglen 't blij gelaat,
In rozereuk en rozenincarnaat
Mij drenken zóó dat 'k weer geloof in Mei.
'k Ontmoet daar zeker droomen van weleer,
Uit ouden gouden sproke- en rozentijd,
Die groeten zoet hun lieve speelnoot weer.
En, hand in hand, om 't wederzien verblijd,
Zingen wij alle een reizang roerend-têer,
Terwijl de reidans over rozen glijdt.
Waar daalt de zon, aan 't eind der heuvelstraat,
Bloeit, tusschen aarde en hemel, een vallei
Zoo rozerood of Rozenland daar lei.
O, 't wonderland van sprookje en droom bestaat!
Nu laat mij wandlen in die rozewei,
In rozebeken spieglen 't blij gelaat,
In rozereuk en rozenincarnaat
Mij drenken zóó dat 'k weer geloof in Mei.
'k Ontmoet daar zeker droomen van weleer,
Uit ouden gouden sproke- en rozentijd,
Die groeten zoet hun lieve speelnoot weer.
En, hand in hand, om 't wederzien verblijd,
Zingen wij alle een reizang roerend-têer,
Terwijl de reidans over rozen glijdt.