01.08.2012, 18:55
.
O kom nu eindlijk met uw bloesemkoelen
Aromenadem en uw vleigebaren,
O blonde Mei! de zwarte smart bedaren,
Die in mijn boezem wegen blijft en woelen.
Verschrik haar niet met schittergouden haren,
Maar laat haar zacht uw zilvren zegen voelen,
Uw tranendauw bevrijdend-blij doorzoelen
De donkre cel, die trouw haar moet bewaren.
Dan zal mijn smart haar kerker wel ontvluchten
En rijzen rank, als Arons staf, en bloeien
En zenden 't blauw in blanke vogelvluchten,
Die heel het land met melodie bevloeien.
O blonde Mei! heb meelij met mijn zuchten
En kom, omwolkt van voogl- en vlinderstoeien.
O kom nu eindlijk met uw bloesemkoelen
Aromenadem en uw vleigebaren,
O blonde Mei! de zwarte smart bedaren,
Die in mijn boezem wegen blijft en woelen.
Verschrik haar niet met schittergouden haren,
Maar laat haar zacht uw zilvren zegen voelen,
Uw tranendauw bevrijdend-blij doorzoelen
De donkre cel, die trouw haar moet bewaren.
Dan zal mijn smart haar kerker wel ontvluchten
En rijzen rank, als Arons staf, en bloeien
En zenden 't blauw in blanke vogelvluchten,
Die heel het land met melodie bevloeien.
O blonde Mei! heb meelij met mijn zuchten
En kom, omwolkt van voogl- en vlinderstoeien.