01.08.2012, 17:54
.
Ik zag in zilverlicht de Jonkvrouw staan,
Gedragen door extase, in teederblauw
Van maanbeschenen hemele-landouw,
De blanke voeten op de blanke maan.
Nachtblauw fluweel was 't kleed der Hemelvrouw.
Vroom boden haar, met zalig vleugelslaan,
De zilvren kroon, den maankleur-mantel, aan
Een blonde zwerm van tengere englen trouw.
Hun kleedre' en vleugle' als paerelmoer, opaal
En paerl en paers lijk malve en bloem van lisch,
Zijn 't aureool, dat wij, bij aardsch gedwaal,
Wel beven zien, wen lente een lichte nis
Laat teeder glanzen rond de maneschaal
En ál verheven, kalm en heilig is.
Ik zag in zilverlicht de Jonkvrouw staan,
Gedragen door extase, in teederblauw
Van maanbeschenen hemele-landouw,
De blanke voeten op de blanke maan.
Nachtblauw fluweel was 't kleed der Hemelvrouw.
Vroom boden haar, met zalig vleugelslaan,
De zilvren kroon, den maankleur-mantel, aan
Een blonde zwerm van tengere englen trouw.
Hun kleedre' en vleugle' als paerelmoer, opaal
En paerl en paers lijk malve en bloem van lisch,
Zijn 't aureool, dat wij, bij aardsch gedwaal,
Wel beven zien, wen lente een lichte nis
Laat teeder glanzen rond de maneschaal
En ál verheven, kalm en heilig is.