01.08.2012, 17:46
.
'k Dêe heel mijn leven als die kloosterbroeder,
Extatisch luistrend naar een vogellied,
Dat tooverlokte naar een blauw verschiet,
Tot, plots zijn plicht bewust, de Heilge Moeder
Te diene' in 't klooster, vlug hij 't woud verliet,
Verwonderd vond een jongren poortehoeder
En, eer hij zag zijn blanke baard, bevroedde er
Hij zelf nog nauw wat was aan hem geschied.
Zoo lokte mij de vogel van mijn droomen
En zong mij zalig in mijn tooverwoud,
Tot Droomendooder Denken is gekomen
Om mij te drijven naar de menschen koud.
'k Bleef honderd jaar: ik zag het in de stroomen,
Dood zijn mijn broedren, 'k voel me een vreemde en oud.
'k Dêe heel mijn leven als die kloosterbroeder,
Extatisch luistrend naar een vogellied,
Dat tooverlokte naar een blauw verschiet,
Tot, plots zijn plicht bewust, de Heilge Moeder
Te diene' in 't klooster, vlug hij 't woud verliet,
Verwonderd vond een jongren poortehoeder
En, eer hij zag zijn blanke baard, bevroedde er
Hij zelf nog nauw wat was aan hem geschied.
Zoo lokte mij de vogel van mijn droomen
En zong mij zalig in mijn tooverwoud,
Tot Droomendooder Denken is gekomen
Om mij te drijven naar de menschen koud.
'k Bleef honderd jaar: ik zag het in de stroomen,
Dood zijn mijn broedren, 'k voel me een vreemde en oud.