01.08.2012, 14:05
.
Gelijk de prins, die 't heilig tooverboek,
Drie nachten, zocht in Memphis' doodenstad
En doolde in donker om dien godeschat,
Beloofd tot zegen, maar die werd tot vloek; -
Zoo dool ik, rustend nooit eer 'k houd omvat
De lichte waarheid, die 'k in grafnacht zoek,
De Eeuwige Waarheid, waar, nog jong en kloek,
Mijn blonde Hoop haar God-van-liefde om bad.
In duistre groeven, diep en droeve, tast
Mijn leege hand.... 'k vind enkel stof in steen.
En toch, hoe trotsch-blij torste ik niet den last
Van 't godeboek, waar louter licht door scheen!
O 't klamme bange donker golft en wast
Al rond mijn ziel... ik strek de hande' en ween...
Gelijk de prins, die 't heilig tooverboek,
Drie nachten, zocht in Memphis' doodenstad
En doolde in donker om dien godeschat,
Beloofd tot zegen, maar die werd tot vloek; -
Zoo dool ik, rustend nooit eer 'k houd omvat
De lichte waarheid, die 'k in grafnacht zoek,
De Eeuwige Waarheid, waar, nog jong en kloek,
Mijn blonde Hoop haar God-van-liefde om bad.
In duistre groeven, diep en droeve, tast
Mijn leege hand.... 'k vind enkel stof in steen.
En toch, hoe trotsch-blij torste ik niet den last
Van 't godeboek, waar louter licht door scheen!
O 't klamme bange donker golft en wast
Al rond mijn ziel... ik strek de hande' en ween...