01.08.2012, 10:08
.
Boven mijn haard, als op een heilige-outer,
Staan voor den spiegel leeljen reinheidsblank
En open rozen liefderood, als louter
Vlammende harten, roze en lelierank
Rond leegte... Een heil'ge om voor te kniele'
aanschouwt er
Mijn blik niet, wel een godsverlangen-krank
Gelaat met vragende oogen. Hoe verstoutte er
Mijn hand zich toe, als bracht 'k mijzelve dank?
Maar zelfbespieglen werd geen zelfvergoden,
Al zocht ik God ook in mijzelve - ik weet,
O God, voor wien 'k wel willig 't zelf zou dooden,
Zoo gij dat vergde, heel mijn levensleed
Was straf voor waan dat 'k één was van uw boden,
Verkoren kind en zingende profeet.
Boven mijn haard, als op een heilige-outer,
Staan voor den spiegel leeljen reinheidsblank
En open rozen liefderood, als louter
Vlammende harten, roze en lelierank
Rond leegte... Een heil'ge om voor te kniele'
aanschouwt er
Mijn blik niet, wel een godsverlangen-krank
Gelaat met vragende oogen. Hoe verstoutte er
Mijn hand zich toe, als bracht 'k mijzelve dank?
Maar zelfbespieglen werd geen zelfvergoden,
Al zocht ik God ook in mijzelve - ik weet,
O God, voor wien 'k wel willig 't zelf zou dooden,
Zoo gij dat vergde, heel mijn levensleed
Was straf voor waan dat 'k één was van uw boden,
Verkoren kind en zingende profeet.