31.07.2012, 17:11
.
O zoete Merel! vroege lentefluït,
Doordringend zingende in den perelaar!
Uw melodie zoo teeder eenvoudklaar
Voel ik vol weemoed, als een roepgeluid.
Zoo floot de meerl, in bogerd bloemenzwaar,
Toen leed haar loutring wie nu 't graf omsluit,
De duldend-vrome bleeke doodebruid,
Die komt tot mij in droomen wonderbaar.
Diezelfde merel uit mijn vroeger land
Kunt gij niet wezen.... waarom dan ontroert
Uw lied me, als 't roepen van den Godsgezant,
Die ál zal slaken wat me aan 't leven snoert,
Van d' Engel groot aan Godes rechterhand,
Die me eens geweldig naar den hemel voert?
O zoete Merel! vroege lentefluït,
Doordringend zingende in den perelaar!
Uw melodie zoo teeder eenvoudklaar
Voel ik vol weemoed, als een roepgeluid.
Zoo floot de meerl, in bogerd bloemenzwaar,
Toen leed haar loutring wie nu 't graf omsluit,
De duldend-vrome bleeke doodebruid,
Die komt tot mij in droomen wonderbaar.
Diezelfde merel uit mijn vroeger land
Kunt gij niet wezen.... waarom dan ontroert
Uw lied me, als 't roepen van den Godsgezant,
Die ál zal slaken wat me aan 't leven snoert,
Van d' Engel groot aan Godes rechterhand,
Die me eens geweldig naar den hemel voert?