31.07.2012, 16:07
.
De droeve roep van: ‘Laatste blauwe druiven!’
Vermengt zich met de najaarsklacht der kraaien.
De sombre wol der wolken vormt een saaien
Klamzwaar gordijn dat grijs komt overhuiven
De grijze huizenrijen. Even paaien
Kilwitte schijnslen nog met hoop, dan schuiven
De wolken dicht en de eerste droppels stuiven
Onstuimig neer, 'k voel ze op mijn lippen waaien.
O Herfst! ik drink uw tranen als een goede
Dochter wen sterft haar moeder, ook al spaarde
De strenge vrouw geen tucht van scherpe roede.
O bleeke Herfst, die mij in stormen baarde!
Ik bleef uw herfstkind, herfstlijk bang te moede,
Wen regen weent op veege onblaadrende aarde.
De droeve roep van: ‘Laatste blauwe druiven!’
Vermengt zich met de najaarsklacht der kraaien.
De sombre wol der wolken vormt een saaien
Klamzwaar gordijn dat grijs komt overhuiven
De grijze huizenrijen. Even paaien
Kilwitte schijnslen nog met hoop, dan schuiven
De wolken dicht en de eerste droppels stuiven
Onstuimig neer, 'k voel ze op mijn lippen waaien.
O Herfst! ik drink uw tranen als een goede
Dochter wen sterft haar moeder, ook al spaarde
De strenge vrouw geen tucht van scherpe roede.
O bleeke Herfst, die mij in stormen baarde!
Ik bleef uw herfstkind, herfstlijk bang te moede,
Wen regen weent op veege onblaadrende aarde.