.
Aalbessen laaiend klaar koralenrood,
- Glimlichtje op elke ronde vonkelvrucht -
Aardbeien ruig, oranje als avondlucht,
Meikersen, elk een meisjesmond die bood,
Argeloos-blij, verleidend kusgenucht.
En somber dof, voorvoelend zomerdood,
Moerbeien, zwart als wonde' in aardeschoot,
En 't murwe purper vol aromenzucht.
En reil rijst óp, uit roosgetint kristal,
Scharlakenrood, een gladiolusrank,
Waarneven kwijnt een rijpe roos, die zal
Heel zacht nu strooien, klagend zonder klank,
Haar kroon van karmozijn, een bladerval
Als vlekken bloed op smetloos tafelblank.
Aalbessen laaiend klaar koralenrood,
- Glimlichtje op elke ronde vonkelvrucht -
Aardbeien ruig, oranje als avondlucht,
Meikersen, elk een meisjesmond die bood,
Argeloos-blij, verleidend kusgenucht.
En somber dof, voorvoelend zomerdood,
Moerbeien, zwart als wonde' in aardeschoot,
En 't murwe purper vol aromenzucht.
En reil rijst óp, uit roosgetint kristal,
Scharlakenrood, een gladiolusrank,
Waarneven kwijnt een rijpe roos, die zal
Heel zacht nu strooien, klagend zonder klank,
Haar kroon van karmozijn, een bladerval
Als vlekken bloed op smetloos tafelblank.