31.07.2012, 10:01
.
Mijn wilde ziel, een vogel bang voor banden,
Leefde in twee landen, liefde er geen van tweeën,
Zong onbeschroomd haar droomen en haar weeën,
Om 't even waar haar zwervend leven banden
Der winden wil, tot, warm en teeder, gleeën
Over 't gevedert van mijn ziel, uw handen
En toonden 't schoon mij van mijn Lage Landen,
Haar blanke luchten en haar zilvren zeeën.
Nu loof ik blij de weeke bleeke duinen
Van 't vaderland, door liefde mij gegeven,
De paerelzee, waar pinkezeilen bruinen;
De weelge boschjes vroô van vogelleven,
De weiden groen, de purpren tulpentuinen
En 't reinblauw ruim, waar grijze meeuwen zweven.
Mijn wilde ziel, een vogel bang voor banden,
Leefde in twee landen, liefde er geen van tweeën,
Zong onbeschroomd haar droomen en haar weeën,
Om 't even waar haar zwervend leven banden
Der winden wil, tot, warm en teeder, gleeën
Over 't gevedert van mijn ziel, uw handen
En toonden 't schoon mij van mijn Lage Landen,
Haar blanke luchten en haar zilvren zeeën.
Nu loof ik blij de weeke bleeke duinen
Van 't vaderland, door liefde mij gegeven,
De paerelzee, waar pinkezeilen bruinen;
De weelge boschjes vroô van vogelleven,
De weiden groen, de purpren tulpentuinen
En 't reinblauw ruim, waar grijze meeuwen zweven.