30.07.2012, 18:09
.
Doodstil, doodskil, als ware ik al begraven,
Lig ik ten prooi aan willoos wanhoopsdenken.
Mijn dienaars trouw, die vlogen op mijn wenken,
Vijanden zijn 't die aan mijn bloed zich laven.
Zij wringen 't vleesch mij, tot mijn oogen schenken
Hun zilten wijn.... O 'k voel die slechte slaven
Door hersencel en hartekamer draven,
Met wreede greep mijn zenuwharpen krenken.
O Geesten wild, wier drift ik wist te toomen,
Barst uit in wraak uw langverkropte wrevel,
Barbarenvolk, met toorts en moord gekomen?
Lacht niet zoo hoonend! spaart de marmergevel!
Sleurt bij haar goudhaar niet mijn blanke Droomen!
Hoog laait de vlam... ik zwijm in purpernevel...
Doodstil, doodskil, als ware ik al begraven,
Lig ik ten prooi aan willoos wanhoopsdenken.
Mijn dienaars trouw, die vlogen op mijn wenken,
Vijanden zijn 't die aan mijn bloed zich laven.
Zij wringen 't vleesch mij, tot mijn oogen schenken
Hun zilten wijn.... O 'k voel die slechte slaven
Door hersencel en hartekamer draven,
Met wreede greep mijn zenuwharpen krenken.
O Geesten wild, wier drift ik wist te toomen,
Barst uit in wraak uw langverkropte wrevel,
Barbarenvolk, met toorts en moord gekomen?
Lacht niet zoo hoonend! spaart de marmergevel!
Sleurt bij haar goudhaar niet mijn blanke Droomen!
Hoog laait de vlam... ik zwijm in purpernevel...