30.07.2012, 17:28
.
Als een banale kamer, vlak aan straat,
Vóór de enge venstren plechtig stelt ten toon
Vazen en beeldjes, wen langs de arme woon,
Omsneeuwd van lelieblaadren, statig gaat,
Wierook-omwolkt, in kleurig kleederschoon,
De Ommegang, - op de tafel - 't altaar - staat
Een bloemenschat, een rij van kaarsen laat
Haar vlammen rijzen, niets gelijkt gewoon; -
Zoo tooit zich vroom mijn áldagswoonvertrek
Met aandachtsbloemen vlamrood, blank en paarsch.
En 't Zondags-altaarkleed is zonder vlek.
Heilige beelden, tusschen kaars en kaars,
Glimlachen zacht, rein geurt een leliestek.
O dag van wijding, kom niet ál te schaarsch!
Als een banale kamer, vlak aan straat,
Vóór de enge venstren plechtig stelt ten toon
Vazen en beeldjes, wen langs de arme woon,
Omsneeuwd van lelieblaadren, statig gaat,
Wierook-omwolkt, in kleurig kleederschoon,
De Ommegang, - op de tafel - 't altaar - staat
Een bloemenschat, een rij van kaarsen laat
Haar vlammen rijzen, niets gelijkt gewoon; -
Zoo tooit zich vroom mijn áldagswoonvertrek
Met aandachtsbloemen vlamrood, blank en paarsch.
En 't Zondags-altaarkleed is zonder vlek.
Heilige beelden, tusschen kaars en kaars,
Glimlachen zacht, rein geurt een leliestek.
O dag van wijding, kom niet ál te schaarsch!