30.07.2012, 17:21
.
Hoe lacht zoo jent de blanke lentestraat
Met ál haar gladiolusroode daken
Op leliewitte huizen, waar, scharlaken
Vlekje aan een venster, vaak een bloempot staat.
Hooguit, in roodgekwaste kooien, slaken
Felgele vogels schelle jubelmaat.
De blonde melkhond kwispelstaartend gaat
De klanten langs; de koopren kannen blaken.
Een hemelspiegel lijkt de lentestraat,
Zoo louterblauw, na lichte regenstroomen,
Als dichterdroom in frisschen dauw gebaad.
In zongoud wenkt me een plek voor lentedroomen,
Waar, feestlijk blij, in sneeuwblank Meigewaad,
Een bogerd lacht, ál kerse- en appelboomen.
Hoe lacht zoo jent de blanke lentestraat
Met ál haar gladiolusroode daken
Op leliewitte huizen, waar, scharlaken
Vlekje aan een venster, vaak een bloempot staat.
Hooguit, in roodgekwaste kooien, slaken
Felgele vogels schelle jubelmaat.
De blonde melkhond kwispelstaartend gaat
De klanten langs; de koopren kannen blaken.
Een hemelspiegel lijkt de lentestraat,
Zoo louterblauw, na lichte regenstroomen,
Als dichterdroom in frisschen dauw gebaad.
In zongoud wenkt me een plek voor lentedroomen,
Waar, feestlijk blij, in sneeuwblank Meigewaad,
Een bogerd lacht, ál kerse- en appelboomen.