30.07.2012, 17:12
.
De boomen schrijven dreigende schrifturen,
Met twijgen zwart op grijze winterluchten.
De vlammen vormen vreemde raadselvluchten,
Met tongen rood in gouden wintervuren.
Stil van mysterie-eerbied, zoekt, vol zuchten,
Mijn ziel den zin dier wondere figuren.
En 't is me altijd of eens, na heel lang turen,
Ik weten zal, - niet hopen meer of duchten.
'k Zocht eens mijn lot op 't bleek gelaat te lezen
Van wie als ik in aardeneevlen waarden,
Menschen, - maar 'k wend nu, van dien waan genezen,
Op takgewar van woud en gloed van haarden
Mijn zoekende oogen, om mijn hoogste Wezen,
In Werelds ziel te ontdekken en te aanvaarden.
De boomen schrijven dreigende schrifturen,
Met twijgen zwart op grijze winterluchten.
De vlammen vormen vreemde raadselvluchten,
Met tongen rood in gouden wintervuren.
Stil van mysterie-eerbied, zoekt, vol zuchten,
Mijn ziel den zin dier wondere figuren.
En 't is me altijd of eens, na heel lang turen,
Ik weten zal, - niet hopen meer of duchten.
'k Zocht eens mijn lot op 't bleek gelaat te lezen
Van wie als ik in aardeneevlen waarden,
Menschen, - maar 'k wend nu, van dien waan genezen,
Op takgewar van woud en gloed van haarden
Mijn zoekende oogen, om mijn hoogste Wezen,
In Werelds ziel te ontdekken en te aanvaarden.