30.07.2012, 17:09
.
Daalt Godsgenade op Koningen van 't Woord,
Melodisch stroomen, rijk in rein vermeien
Van rhytmendans en rijmklank, lichte reien
Van Woorden uit de kristallijnen poort
Der dichterlippen. En zij gaan bevrijen
Wat lag in Levens kerkerhol versmoord,
Blanke triomfstoet golvend statig voort
Langs stille waatren, door bebloemde weien.
Doch snoert de teedre keel de stroeve druk
Van Levens vingren, die hun prooi niet slaken
En sluit de poort de wachter Ongeluk, -
Dan, wanhoopszwart en rood van toorenblaken,
Stormen de Woorden aan de poort zich stuk
Van zilte lippen, die naar tranen smaken.
Daalt Godsgenade op Koningen van 't Woord,
Melodisch stroomen, rijk in rein vermeien
Van rhytmendans en rijmklank, lichte reien
Van Woorden uit de kristallijnen poort
Der dichterlippen. En zij gaan bevrijen
Wat lag in Levens kerkerhol versmoord,
Blanke triomfstoet golvend statig voort
Langs stille waatren, door bebloemde weien.
Doch snoert de teedre keel de stroeve druk
Van Levens vingren, die hun prooi niet slaken
En sluit de poort de wachter Ongeluk, -
Dan, wanhoopszwart en rood van toorenblaken,
Stormen de Woorden aan de poort zich stuk
Van zilte lippen, die naar tranen smaken.