30.07.2012, 09:46
.
Zwaarmoedig zwart, massief op matgrijs land,
Staat, droomloos dof, gedrongen zij aan zij,
De angstigend-lange zomerboomenrij,
Langs water, loom als olie, zwaar geplant.
De hemel treurt: zijn rijk is lang voorbij.
Een vale voorhang dekt zijn rozenbrand.
De klamme slippen slepen over 't zand.
Bang zoekt mijn hart - hier is geen lucht voor mij.
O wind! waak op! verbreek den tooverban,
Fluister en wuif en wek wat slaapt zóo stil
En zóo beklemt dat ik niet aadmen kan.
Open den hemel met uw wiekgetril
En boven d' avondlijken zwaarmoed dan
Hef hoog mijn hart, dat vreugde en schoonheid wil.
Zwaarmoedig zwart, massief op matgrijs land,
Staat, droomloos dof, gedrongen zij aan zij,
De angstigend-lange zomerboomenrij,
Langs water, loom als olie, zwaar geplant.
De hemel treurt: zijn rijk is lang voorbij.
Een vale voorhang dekt zijn rozenbrand.
De klamme slippen slepen over 't zand.
Bang zoekt mijn hart - hier is geen lucht voor mij.
O wind! waak op! verbreek den tooverban,
Fluister en wuif en wek wat slaapt zóo stil
En zóo beklemt dat ik niet aadmen kan.
Open den hemel met uw wiekgetril
En boven d' avondlijken zwaarmoed dan
Hef hoog mijn hart, dat vreugde en schoonheid wil.