30.07.2012, 09:36
.
De duinen glinstren als de gouden bergen
Beloofd door Mei, die mild zaait zilverlingen
In 't zijzacht weismaragd en ál doet zingen
Zijn lof en eer en 't ook van mij wil vergen.
Neen, speelsche Mei! ik laat mijn ziel niet dwingen.
Ik heb uw lied verleerd, kom mij niet tergen.
In peluwdons laat mij 't gelaat verbergen,
In wemelenden schemer van seringen.
'k Voel me als een moeder, moede en ziek, die 't spelen
Beluistert van haar guitig dwingelandje.
Wat liefde gunt, haar lijden kan 't niet velen.
O schalksche Mei! schal wakker gansch uw landje
En door mijn venster, dat 'k uw vreugd moog deelen,
Werp me een tros meidoorn met uw lentehandje.
De duinen glinstren als de gouden bergen
Beloofd door Mei, die mild zaait zilverlingen
In 't zijzacht weismaragd en ál doet zingen
Zijn lof en eer en 't ook van mij wil vergen.
Neen, speelsche Mei! ik laat mijn ziel niet dwingen.
Ik heb uw lied verleerd, kom mij niet tergen.
In peluwdons laat mij 't gelaat verbergen,
In wemelenden schemer van seringen.
'k Voel me als een moeder, moede en ziek, die 't spelen
Beluistert van haar guitig dwingelandje.
Wat liefde gunt, haar lijden kan 't niet velen.
O schalksche Mei! schal wakker gansch uw landje
En door mijn venster, dat 'k uw vreugd moog deelen,
Werp me een tros meidoorn met uw lentehandje.