29.07.2012, 16:10
.
O slanke Popel met uw lichtbewogen,
Al sidderend en zingend vlinderloover,
Vol windmuziek en zonnelichtgetoover,
Een droom voor de ooren en een spel voor de oogen!
Aan flarden rijte uw kleed de bladerroover
Die Herfst heet, zwart en kaal, maar ongebogen,
Rijst recht, een pijl van de aarde, uw stam ten hoogen.
Vrij zwijge uw stem, uw streven blijft u over.
O slanke Popel, beeld van dichterleven!
Wil ook mijn ziel niet koen den hemel naadren
En koeltje en storm in zangen wedergeven?
'k Voel d' adem Gods trouw beven in mijn blaadren,
En trotsch zal nog mijn stam ten hemel streven,
Als, dor, mijn loover rust op 't graf der vaadren.
O slanke Popel met uw lichtbewogen,
Al sidderend en zingend vlinderloover,
Vol windmuziek en zonnelichtgetoover,
Een droom voor de ooren en een spel voor de oogen!
Aan flarden rijte uw kleed de bladerroover
Die Herfst heet, zwart en kaal, maar ongebogen,
Rijst recht, een pijl van de aarde, uw stam ten hoogen.
Vrij zwijge uw stem, uw streven blijft u over.
O slanke Popel, beeld van dichterleven!
Wil ook mijn ziel niet koen den hemel naadren
En koeltje en storm in zangen wedergeven?
'k Voel d' adem Gods trouw beven in mijn blaadren,
En trotsch zal nog mijn stam ten hemel streven,
Als, dor, mijn loover rust op 't graf der vaadren.