29.07.2012, 16:07
.
O donkere Engel der verschrikking, Dood!
Zwaar lag uw zwarte schaduw op mijn zijn,
Verraderlijk verdervend tot venijn
Den gouden feestdronk, dien mij 't Leven bood.
Mijn voeten voelde ik zinken in een mijn,
Als ingezogen diep in d' aardeschoot.
Als sneeuw tot water, uit mijn hand vervloot
De steun dien 'k vastklampte in mijn zielepijn.
Ik riep tot God en God, in medelij,
Riep ván zijn kind u, donkere Engel Dood,
En gaf als nieuw geschenk het Leven mij;
En 't boomengroen en 't rozen-wit-en-rood
En 't zeeëzilver, dat ik, levensblij,
Verheerlijke àl, waarin Hij schoonheid goot.
O donkere Engel der verschrikking, Dood!
Zwaar lag uw zwarte schaduw op mijn zijn,
Verraderlijk verdervend tot venijn
Den gouden feestdronk, dien mij 't Leven bood.
Mijn voeten voelde ik zinken in een mijn,
Als ingezogen diep in d' aardeschoot.
Als sneeuw tot water, uit mijn hand vervloot
De steun dien 'k vastklampte in mijn zielepijn.
Ik riep tot God en God, in medelij,
Riep ván zijn kind u, donkere Engel Dood,
En gaf als nieuw geschenk het Leven mij;
En 't boomengroen en 't rozen-wit-en-rood
En 't zeeëzilver, dat ik, levensblij,
Verheerlijke àl, waarin Hij schoonheid goot.