29.07.2012, 15:01
O donkere achtergrond van zonde en smart,
Waarvoor het Leven schoof zijn schoon gordijn,
Ik, die niet leef van logen maar van zijn,
Licht op den voorhang en zie 't Leven zwart.
Verschalke de arglooze onschuld uw festijn,
O valsche Wereld die mijn zinnen tart!
't Verzadigt nooit mijn uitgehongerd hart:
't Is ooft der Doode Zee en gif voor wijn.
Zwaar van gedachten, buigt naar 't groene dons
Dat, koel en zacht, der bosschen grond bekleedt,
Dit tranendronken, smartgewijde hoofd.
O woud! is daar geen plek in 't levend brons
Van uw herfsttempel, waar van 's levens leed
Ik ruste en weene om vreugde, mij ontroofd?
Waarvoor het Leven schoof zijn schoon gordijn,
Ik, die niet leef van logen maar van zijn,
Licht op den voorhang en zie 't Leven zwart.
Verschalke de arglooze onschuld uw festijn,
O valsche Wereld die mijn zinnen tart!
't Verzadigt nooit mijn uitgehongerd hart:
't Is ooft der Doode Zee en gif voor wijn.
Zwaar van gedachten, buigt naar 't groene dons
Dat, koel en zacht, der bosschen grond bekleedt,
Dit tranendronken, smartgewijde hoofd.
O woud! is daar geen plek in 't levend brons
Van uw herfsttempel, waar van 's levens leed
Ik ruste en weene om vreugde, mij ontroofd?