29.07.2012, 14:45
.
Mijn doode zonden heb ik God beleden
En toen verdronken in een donkren poel.
Mijn doode smarten heb ik trotsch vertreden,
Om kalm te stijgen naar mijn eeuwig doel.
Ver van de menschen ben ik voortgeschreden,
Mijn hart hoog heffend boven 't marktgewoel.
Doch Vreugde-in-liefde heeft mijn weg vermeden
En Stilte staart me in de oogen, klaar en koel.
Berusting, bleek, met grijze, peinzende oogen,
Wenkt mij van ver naar d' ijsberg, waar zij rust,
't Vermoeide hoofd van zilvermist omtogen.
En eenzaam klim ik, huivrend, onbewust
Omziend naar 't leven, zij ook 't leven logen.
Is 't niet de dood, die me in berusting kust?
Mijn doode zonden heb ik God beleden
En toen verdronken in een donkren poel.
Mijn doode smarten heb ik trotsch vertreden,
Om kalm te stijgen naar mijn eeuwig doel.
Ver van de menschen ben ik voortgeschreden,
Mijn hart hoog heffend boven 't marktgewoel.
Doch Vreugde-in-liefde heeft mijn weg vermeden
En Stilte staart me in de oogen, klaar en koel.
Berusting, bleek, met grijze, peinzende oogen,
Wenkt mij van ver naar d' ijsberg, waar zij rust,
't Vermoeide hoofd van zilvermist omtogen.
En eenzaam klim ik, huivrend, onbewust
Omziend naar 't leven, zij ook 't leven logen.
Is 't niet de dood, die me in berusting kust?