15.03.2007, 14:38
Toen vlocht het Christuskind een doornenkroon,
Dien hij zich lachend in de lokken stak.
En van den groenen boom des Levens brak
Zijn hand twee sterke takken, bloeiend-schoon.
Hij voegde kruislings samen tak bij tak,
En 't hatet der moeder weeklaagde om haar Zoon.
Doch propheteerend sprak hij: - ‘Zie mijn troon
En diadeem! o moeder, wees niet zwak!
Trilt niet uw ziel van koninklijken trots,
Wijl u tot zoon God gaf den bode Gods,
Die al de smart der wereld op zich neemt?’
Doch weenend viel Maria hem te voet:
- ‘Eens zult ge een god zijn en van mij vervreemd.
Speel met het kruis niet, waar ge aan sterven moet!’
Dien hij zich lachend in de lokken stak.
En van den groenen boom des Levens brak
Zijn hand twee sterke takken, bloeiend-schoon.
Hij voegde kruislings samen tak bij tak,
En 't hatet der moeder weeklaagde om haar Zoon.
Doch propheteerend sprak hij: - ‘Zie mijn troon
En diadeem! o moeder, wees niet zwak!
Trilt niet uw ziel van koninklijken trots,
Wijl u tot zoon God gaf den bode Gods,
Die al de smart der wereld op zich neemt?’
Doch weenend viel Maria hem te voet:
- ‘Eens zult ge een god zijn en van mij vervreemd.
Speel met het kruis niet, waar ge aan sterven moet!’