15.03.2007, 13:13
Vestig die oogen niet op mij: hun blik
Is stijf, als van wie stierf in gruwb're pijn;
Hef niet die handen - 'k zag ze lang - zij zijn
Doorboord - o God, geronnen bloed kleeft dik
Op Uw gewonde voeten - Neen, verschik
Ze niet in hunnen dood: daar is een schijn
Van stille glorie rond Hem en op zijn
Gelaat zie 'k eind'loos leed, maar vrees noch schrik.
O liefste God, dien 'k liefheb wijl Ge lijdt,
Sluit gij mijn oogen, dat ik niet meer zie,
Bind gij mijn lippen dat ik niet meer spreek':
Opdat ik niet, tot stervens bang, uitbréek
In hoon en eenen storm van snikken, die
Ú zouden smetten in Uw heerlijkheid.
Is stijf, als van wie stierf in gruwb're pijn;
Hef niet die handen - 'k zag ze lang - zij zijn
Doorboord - o God, geronnen bloed kleeft dik
Op Uw gewonde voeten - Neen, verschik
Ze niet in hunnen dood: daar is een schijn
Van stille glorie rond Hem en op zijn
Gelaat zie 'k eind'loos leed, maar vrees noch schrik.
O liefste God, dien 'k liefheb wijl Ge lijdt,
Sluit gij mijn oogen, dat ik niet meer zie,
Bind gij mijn lippen dat ik niet meer spreek':
Opdat ik niet, tot stervens bang, uitbréek
In hoon en eenen storm van snikken, die
Ú zouden smetten in Uw heerlijkheid.