12.03.2007, 13:20
Toen Xerxes stond op de' Aziaatschen grond
En zag zijn heir, zijn heir-volk over-daveren
Den heir-pont, - langzaam gaand de trotsche draveren,
Den nek gekromd, - benauwd dien wijden sont,
Den Hellespont, van vlottend volk, - in 't rond
Op vlakten en op hoogten, zooals klaveren
't Veld dekken stopplig, zag hij braavre' aan braveren
't Land dekken, kust-land, kaap en Hellespont; -
Zwol-òp de borst hem in het pracht-gevoel
Van trotsch vorst en jong man, die daar het al
Naar zìjn wil voor zich heen bewegen zag,
Toen hoog-òp snikkend over al 't gewoel
Van volk en mogenden: ‘Geen van die all'
Ziet nog na honderd jaar den lichten dag.’
En zag zijn heir, zijn heir-volk over-daveren
Den heir-pont, - langzaam gaand de trotsche draveren,
Den nek gekromd, - benauwd dien wijden sont,
Den Hellespont, van vlottend volk, - in 't rond
Op vlakten en op hoogten, zooals klaveren
't Veld dekken stopplig, zag hij braavre' aan braveren
't Land dekken, kust-land, kaap en Hellespont; -
Zwol-òp de borst hem in het pracht-gevoel
Van trotsch vorst en jong man, die daar het al
Naar zìjn wil voor zich heen bewegen zag,
Toen hoog-òp snikkend over al 't gewoel
Van volk en mogenden: ‘Geen van die all'
Ziet nog na honderd jaar den lichten dag.’