12.03.2007, 12:49
Die in zijn jeugd zag schoonsten jeugde-droom,
Liefst ziele-lijfjen in scharlaken-rood,
Toen wit-glimp-wolkjen, - want Haar nam de dood,
Op in het luchtruim, - zingende in zijn droom
Verre englen-stemmen stijgend, - ùit den droom
't Ontwaken: Haar dood, al wat 't leven bood
Hèm sombre dood en klacht en angst en nood,
En toorn op Roomsche Rijk, Itaalje en Room-
-sche Kerk, - en dan die schoonste ziel, die zingt,
En zingt door al zijn leven, dichtst bij God,
Jezus, Maria, en dáár-om het lot
Van duizenden, door hem om God gekringd,
Die boven de' afgrond, waarin jammer woont,
En louterende zielen lichtend troont.
Liefst ziele-lijfjen in scharlaken-rood,
Toen wit-glimp-wolkjen, - want Haar nam de dood,
Op in het luchtruim, - zingende in zijn droom
Verre englen-stemmen stijgend, - ùit den droom
't Ontwaken: Haar dood, al wat 't leven bood
Hèm sombre dood en klacht en angst en nood,
En toorn op Roomsche Rijk, Itaalje en Room-
-sche Kerk, - en dan die schoonste ziel, die zingt,
En zingt door al zijn leven, dichtst bij God,
Jezus, Maria, en dáár-om het lot
Van duizenden, door hem om God gekringd,
Die boven de' afgrond, waarin jammer woont,
En louterende zielen lichtend troont.