12.03.2007, 12:34
Godlijke Zomer, hoog over het lommer
Stalt gij uw pracht uit, ontastbare bruid;
Strekken ook menschen begeer-armen uit,
Gij blijft een sneeuw-witte en kreukniete, kommer-
looze maagd eeuwige, nooit mannen-buit,
Als maagden verdwaasden vliedt gij en dommer
Dan de hindekoeien zwijgt gij, en stommer
Dan der aarde mijn-pracht ligt gij recht-uit,
Ligt gij en zweeft gij en hangt gij en beeft gij,
Beeft ge in den stofloozen vorm, die gij zijt,
Wasemt gij op uit de zeeën gloei-hitte...
Eén noorde-wind komt, gij regent, moet zitten
Als wilde nimfjes, dra lang uit den tijd;
Zoo zomer-beelden wolk-pracht vluchtgend streeft gij.
Stalt gij uw pracht uit, ontastbare bruid;
Strekken ook menschen begeer-armen uit,
Gij blijft een sneeuw-witte en kreukniete, kommer-
looze maagd eeuwige, nooit mannen-buit,
Als maagden verdwaasden vliedt gij en dommer
Dan de hindekoeien zwijgt gij, en stommer
Dan der aarde mijn-pracht ligt gij recht-uit,
Ligt gij en zweeft gij en hangt gij en beeft gij,
Beeft ge in den stofloozen vorm, die gij zijt,
Wasemt gij op uit de zeeën gloei-hitte...
Eén noorde-wind komt, gij regent, moet zitten
Als wilde nimfjes, dra lang uit den tijd;
Zoo zomer-beelden wolk-pracht vluchtgend streeft gij.