16.08.2012, 19:24
Jules Bernard Schürmann
1873 - 1927
De oude viool.
Ik ben de troosteresse in donk're tijden,
Ik was in eenzaamheid met hen die leden
En wie in ootmoed mij hun leed beleden,
Mijn stem vol deernis gaf hun kracht tot strijden.
Ik deed mijn ziel in hunne ziel verglijden,
Van bitterst lijden zong ik als gebeden,
Gaf schoonen droom aan heden en verleden,
Dat wie mij liefhad weêr zich kon verblijden...
Ik ben de troost van trieste menschenharten,
Met mijn geklaag verzacht ik hunne smarten,
Wie mij beminnen, minnen mij voor 't leven
Daar ik in liefde, liefde weêr zal geven,...
En lief en leed en droeve erinneringen
Melodisch op mijn snarentuig doe zingen.
1873 - 1927
De oude viool.
Ik ben de troosteresse in donk're tijden,
Ik was in eenzaamheid met hen die leden
En wie in ootmoed mij hun leed beleden,
Mijn stem vol deernis gaf hun kracht tot strijden.
Ik deed mijn ziel in hunne ziel verglijden,
Van bitterst lijden zong ik als gebeden,
Gaf schoonen droom aan heden en verleden,
Dat wie mij liefhad weêr zich kon verblijden...
Ik ben de troost van trieste menschenharten,
Met mijn geklaag verzacht ik hunne smarten,
Wie mij beminnen, minnen mij voor 't leven
Daar ik in liefde, liefde weêr zal geven,...
En lief en leed en droeve erinneringen
Melodisch op mijn snarentuig doe zingen.