02.08.2012, 16:50
.
Zij hebben 't hart mij uit de borst gereten,
Waar 't vlamde en zong en, zonder meegevoel,
Mijn vlammend hart, mijn zingend hart gesmeten
In d' afgronddiepen donkren smartepoel.
De zangen wild, die klonke' als folterkreten,
Die hebben zij beluisterd, kalm en koel,
Toen, hoonend wreed, die kreten mij verweten
En vroom gepraat van plicht en levensdoel.
Mijn levensdoel was louter vlamme' en zingen,
Extase-jubel was mijn blijde plicht.
De zangvlam blusschen, 't vrije lied bedwingen
Was doel van hen, die 'k daag voor Gods gericht.
O 't zwarte water kolkt in breede kringen,
Waar zonk mijn hart, vol heimwee naar het licht.
Zij hebben 't hart mij uit de borst gereten,
Waar 't vlamde en zong en, zonder meegevoel,
Mijn vlammend hart, mijn zingend hart gesmeten
In d' afgronddiepen donkren smartepoel.
De zangen wild, die klonke' als folterkreten,
Die hebben zij beluisterd, kalm en koel,
Toen, hoonend wreed, die kreten mij verweten
En vroom gepraat van plicht en levensdoel.
Mijn levensdoel was louter vlamme' en zingen,
Extase-jubel was mijn blijde plicht.
De zangvlam blusschen, 't vrije lied bedwingen
Was doel van hen, die 'k daag voor Gods gericht.
O 't zwarte water kolkt in breede kringen,
Waar zonk mijn hart, vol heimwee naar het licht.