15.08.2012, 17:43
De boomen teeknen in het bleek verschiet
Hun fijn gelijn tegen de verre duinen; -
Ik loop in 't avondzonlicht dat de tuinen
Met rooden stroom van glanzen overgiet. -
O zuivre bloem van God, - niet uitbazuinen
Kan ik uw luid-schallenden naam, en niet
In scharlaken gejuich u zijn een lied
Dat barstend spat over de wereldpuinen.
Maar nauwelijks zal mijn kristallen stem
Zijn zacht geflonker door den avond spreiden
Die stil en trillend is van een vreemd licht.
Misschien wendt dan uw droom-verstild gezicht
Zich wel over de landen heen tot hem
Die eenzaam gaat naar waar de duinen beiden.
Hun fijn gelijn tegen de verre duinen; -
Ik loop in 't avondzonlicht dat de tuinen
Met rooden stroom van glanzen overgiet. -
O zuivre bloem van God, - niet uitbazuinen
Kan ik uw luid-schallenden naam, en niet
In scharlaken gejuich u zijn een lied
Dat barstend spat over de wereldpuinen.
Maar nauwelijks zal mijn kristallen stem
Zijn zacht geflonker door den avond spreiden
Die stil en trillend is van een vreemd licht.
Misschien wendt dan uw droom-verstild gezicht
Zich wel over de landen heen tot hem
Die eenzaam gaat naar waar de duinen beiden.