12.08.2012, 15:13
Boven den vlotten dansvloed het oranje
van zon teer-woest, droef-toornig aan de kim,
over schuimgolven glijdt goudene glim,
een schip scheert langs koralen wolkenfranje.
Zijn fulpen zeil staat aan het felle straf,
gestalten donkren, doch gelaten, handen,
gewend naar 't westen fosforachtig branden
in laaie vlam van daags verzwindend graf.
Een ster komt aan den klaren hemel rijzen,
die ik weet in haar eeuwig eender staan,
de schepen krijgen kleine lichtjes aan
wieblend in water, dat gaat snel vergrijzen,
uit blauwen schemer zie ik bonte kleuren,
groen, terra-cotta 't oude stadje beuren.
van zon teer-woest, droef-toornig aan de kim,
over schuimgolven glijdt goudene glim,
een schip scheert langs koralen wolkenfranje.
Zijn fulpen zeil staat aan het felle straf,
gestalten donkren, doch gelaten, handen,
gewend naar 't westen fosforachtig branden
in laaie vlam van daags verzwindend graf.
Een ster komt aan den klaren hemel rijzen,
die ik weet in haar eeuwig eender staan,
de schepen krijgen kleine lichtjes aan
wieblend in water, dat gaat snel vergrijzen,
uit blauwen schemer zie ik bonte kleuren,
groen, terra-cotta 't oude stadje beuren.