01.08.2012, 09:15
.
In bleekgroen licht van luwe lentelanen,
Komt, wonde voeten, moe van steenen steden,
Hier zachtblank zand en koelgroen mos betreden
En heel het bosch voor u alleenig wanen.
Laat, smartlijk brandend hart, u rein omvreden
Door loof-aromen, die zich vleiend banen
Een vrijen weg tot waar die wel van tranen
Besloten ligt in grotzwart van verleden.
En rust een wijl van peinzen over leven
En dood, o leedmoe hoofd, waar blank op brandde
De Pinkstervlam, die voort mij heeft gedreven
Om de eigen ziel te strooien door den lande,
Wijl zóo mijn God bevolen had... o beven
Voel ik die vlam, den Farizeeër schande.
In bleekgroen licht van luwe lentelanen,
Komt, wonde voeten, moe van steenen steden,
Hier zachtblank zand en koelgroen mos betreden
En heel het bosch voor u alleenig wanen.
Laat, smartlijk brandend hart, u rein omvreden
Door loof-aromen, die zich vleiend banen
Een vrijen weg tot waar die wel van tranen
Besloten ligt in grotzwart van verleden.
En rust een wijl van peinzen over leven
En dood, o leedmoe hoofd, waar blank op brandde
De Pinkstervlam, die voort mij heeft gedreven
Om de eigen ziel te strooien door den lande,
Wijl zóo mijn God bevolen had... o beven
Voel ik die vlam, den Farizeeër schande.