18.08.2012, 18:46
.
Plots, in mijn tuin, als toovertoortsen laaien
Papavers paars en wit en rose en rood.
In éénen nacht uit kalme knoppen spoot
En spuwde, o, vúúr!
Zie, vlammevlaggen waaien,
En wit-gehitte pitten puilen bloot.
En rillend, langs getande randen, zwaaien
Vuur-lichte slangen, die bij 't kronkel-draaien
Aan rafels gaan.
Als kole' om kokend lood
Bleek-blauwe tonge' om helle kernen aaien.
In paarse rook dooft er een enkel dood,
En doet wat rust in 't roezig vuurbed zaaien.
O, toovertoortsen, hoorloos levend, sproot
Ge in één nacht uit; ook één nacht zal u maaien
Tot knekel-koppen, kermend van den dood.
Plots, in mijn tuin, als toovertoortsen laaien
Papavers paars en wit en rose en rood.
In éénen nacht uit kalme knoppen spoot
En spuwde, o, vúúr!
Zie, vlammevlaggen waaien,
En wit-gehitte pitten puilen bloot.
En rillend, langs getande randen, zwaaien
Vuur-lichte slangen, die bij 't kronkel-draaien
Aan rafels gaan.
Als kole' om kokend lood
Bleek-blauwe tonge' om helle kernen aaien.
In paarse rook dooft er een enkel dood,
En doet wat rust in 't roezig vuurbed zaaien.
O, toovertoortsen, hoorloos levend, sproot
Ge in één nacht uit; ook één nacht zal u maaien
Tot knekel-koppen, kermend van den dood.