03.08.2012, 15:19
.
'k Liep langs het kerkhof, met mijn ziel vol strijd.
De wind zong droef in de olmen van de laan,
De wolken vluchtten, lijdend leek de maan.
Alleen de dooden rustten - voor altijd.
En, moe van 't leven, bleef ik droomend staan,
Benijdend stil de dooden, die, bevrijd
Van liefde en smart, zoo hoog gebenedijd
Zijn boven ons, die over de aarde gaan.
Waarom dan greep ik niet naar 't heulvol glas
En dronk den zegen van den kalmen dood?
Voor welke vreugde, die beloofd mij was,
Sleep loom ik voort mijn schreden zwaar als lood?
Wen de avondzon verdoofde in grauw van asch,
Wat hoop ik nog van 't nieuwe morgenrood?
'k Liep langs het kerkhof, met mijn ziel vol strijd.
De wind zong droef in de olmen van de laan,
De wolken vluchtten, lijdend leek de maan.
Alleen de dooden rustten - voor altijd.
En, moe van 't leven, bleef ik droomend staan,
Benijdend stil de dooden, die, bevrijd
Van liefde en smart, zoo hoog gebenedijd
Zijn boven ons, die over de aarde gaan.
Waarom dan greep ik niet naar 't heulvol glas
En dronk den zegen van den kalmen dood?
Voor welke vreugde, die beloofd mij was,
Sleep loom ik voort mijn schreden zwaar als lood?
Wen de avondzon verdoofde in grauw van asch,
Wat hoop ik nog van 't nieuwe morgenrood?