16.08.2012, 20:57
Claudien, jij speelt piano, en ik zit
In de warande, en luister naar het zingen
Uit het innige hart der stille dingen,
En luister naar de stem der nacht die bidt -
Nu is mijn hart heel stil geworden: dit
Is het stil einde van het groote dringen -
De regens die tusschen ons beiden hingen,
Claudien, zijn over, en de nacht is wit.
Zachtheid, zachtheid is het woord van muziek.
Het is of je op een groenen heuvel toeft,
Een fabel leest, of ziet een mozaïk -
En 't hart, ontvangend wat het hart behoeft,
Niet meer van pijn verbijsterd, niet meer ziek,
Vergeet - een glimlach lang - wat het bedroeft.
In de warande, en luister naar het zingen
Uit het innige hart der stille dingen,
En luister naar de stem der nacht die bidt -
Nu is mijn hart heel stil geworden: dit
Is het stil einde van het groote dringen -
De regens die tusschen ons beiden hingen,
Claudien, zijn over, en de nacht is wit.
Zachtheid, zachtheid is het woord van muziek.
Het is of je op een groenen heuvel toeft,
Een fabel leest, of ziet een mozaïk -
En 't hart, ontvangend wat het hart behoeft,
Niet meer van pijn verbijsterd, niet meer ziek,
Vergeet - een glimlach lang - wat het bedroeft.