03.08.2012, 15:06
Wel moet gij zijn in alchimie volleerd
Dat van mijn smart gij 't doffe grauwe lood
En 't bleeke zilt der tranen, die 'k vergoot,
In louter goud van eigen heil verkeert.
Werp ze in uw smeltkroes, blaas de vlammen rood,
Terwijl nog bloedt mijn hart, door u bezeerd,
Dit arme hart, dat elke vreugde ontbeert,
Terwijl ik eet mijn eenzaam balling-brood.
Mijn harteleed, mijn tranen ongewischt
Door liefde's lippen, 'k gaf ze u willig, won
Uw ziel er vrede mee, maar, alchimist,
't Is toovergoud, 't zal niet weerstaan de zon
Van uw geweten - zie, aleer gij 't wist,
Werd elke traan voor u een tranenbron.
Dat van mijn smart gij 't doffe grauwe lood
En 't bleeke zilt der tranen, die 'k vergoot,
In louter goud van eigen heil verkeert.
Werp ze in uw smeltkroes, blaas de vlammen rood,
Terwijl nog bloedt mijn hart, door u bezeerd,
Dit arme hart, dat elke vreugde ontbeert,
Terwijl ik eet mijn eenzaam balling-brood.
Mijn harteleed, mijn tranen ongewischt
Door liefde's lippen, 'k gaf ze u willig, won
Uw ziel er vrede mee, maar, alchimist,
't Is toovergoud, 't zal niet weerstaan de zon
Van uw geweten - zie, aleer gij 't wist,
Werd elke traan voor u een tranenbron.