19.08.2012, 18:23
.
Droom dan tenminste dat wij nimmer scheidden,
Wij droomden het zoo vaak, kind, naast elkaar.
Nu kuste ik, toen je sliep, voor 't laatst den zijden
Geurenden overvloed van je wild haar.
Je weet niet dat ik buiten in de weiden
Omkijk over den diepen boomgaard naar
Het open venster in den klimop waar
Je met een glimlach droomt dat wij nooit scheiden.
Droom dan, als in het sprookje, honderd jaar.
Droomen is beter, kind, dan zwervend bij de
Herbergen spelen en de dansen leiden.
Adieu. Wellicht maakt eens een toovenaar
Een blonden prins van dezen vedelaar
En wekt je een traan, dien 'k bij het weerzien schreide.
Droom dan tenminste dat wij nimmer scheidden,
Wij droomden het zoo vaak, kind, naast elkaar.
Nu kuste ik, toen je sliep, voor 't laatst den zijden
Geurenden overvloed van je wild haar.
Je weet niet dat ik buiten in de weiden
Omkijk over den diepen boomgaard naar
Het open venster in den klimop waar
Je met een glimlach droomt dat wij nooit scheiden.
Droom dan, als in het sprookje, honderd jaar.
Droomen is beter, kind, dan zwervend bij de
Herbergen spelen en de dansen leiden.
Adieu. Wellicht maakt eens een toovenaar
Een blonden prins van dezen vedelaar
En wekt je een traan, dien 'k bij het weerzien schreide.