17.08.2012, 10:40
Zij dorsten niet te zingen in de tent
Omdat het kindje op den trommel sliep.
Toen hief er één zijn glas omhoog en riep:
‘Hoera voor 't kind! Hoera voor 't regiment!’
En 't heele kamp drong om de tent te hoop,
En al die lachende oogen werden week,
Als 't kind om groote vingers greep, of keek
Naar 't blinken van een afgesneden knoop.
Eén brengt een bloem, een ander voert een geit
Nabij, waarop een jongen schrijlings rijdt.
Maar hoor, 't is Kerstmis! Hoor de klokken beven -
God gaf een kinderhart aan den soldaat,
En heeft, ontroerd, toen het verweerd gelaat
Met bijl en beitel uit ruw hout gedreven.
Omdat het kindje op den trommel sliep.
Toen hief er één zijn glas omhoog en riep:
‘Hoera voor 't kind! Hoera voor 't regiment!’
En 't heele kamp drong om de tent te hoop,
En al die lachende oogen werden week,
Als 't kind om groote vingers greep, of keek
Naar 't blinken van een afgesneden knoop.
Eén brengt een bloem, een ander voert een geit
Nabij, waarop een jongen schrijlings rijdt.
Maar hoor, 't is Kerstmis! Hoor de klokken beven -
God gaf een kinderhart aan den soldaat,
En heeft, ontroerd, toen het verweerd gelaat
Met bijl en beitel uit ruw hout gedreven.