26.11.2018, 18:38
.
Opgetogen gingen de jongelingen
al wier gedachten in hun oogen welden,
eendrachtig, met harten die niet ontstelden
over de afwijkende ziels-verbeeldingen
in de oogen der and'ren die hen verzelden
want elks eig'ne droomen en verwachtingen
hingen tusschen hem en alle and're dingen
zooals een nevel hangt over de velden.
Zoo ging 't, tot waar de weg als kruis zich scheidde.
Toen sprak er een ‘o makkers, 't pad gaat stijgend:
nu moed, den bergen toe’. En de and're ‘ik dacht
dat ge als wij dien stroom volgen woudt langs weiden.’
Toen wendde zich de derde, droef en zwijgend
en eenzaam verdwenen zij in den nacht.
Opgetogen gingen de jongelingen
al wier gedachten in hun oogen welden,
eendrachtig, met harten die niet ontstelden
over de afwijkende ziels-verbeeldingen
in de oogen der and'ren die hen verzelden
want elks eig'ne droomen en verwachtingen
hingen tusschen hem en alle and're dingen
zooals een nevel hangt over de velden.
Zoo ging 't, tot waar de weg als kruis zich scheidde.
Toen sprak er een ‘o makkers, 't pad gaat stijgend:
nu moed, den bergen toe’. En de and're ‘ik dacht
dat ge als wij dien stroom volgen woudt langs weiden.’
Toen wendde zich de derde, droef en zwijgend
en eenzaam verdwenen zij in den nacht.