26.11.2018, 18:07
.
‘Ik ben vreugde om en intuitief begrijpen
van der dingen wezen en hun natuur;
en zooals zon, om zoete pit te rijpen
haar warmte stuwt door harde schaal, zoo stuur
ik mijne kracht, begeerte, uit om te grijpen
't juweel dat blinkt door der belem'ring vuur
en dat ik wil bemachtigen en slijpen
tot volkomen eenheid met mijn natuur.
Ik ontsta en wortel in geest en lijf;
mijn takken spreiden zich uit zonder einde:
er bestaat geen ding, waar ik vreemd aan blijf.
Maar onverwoest- en onaanrandbaar ben
ik enkel waar ik het-in-waarheid-zijnde
dat is: de abstraktie van het zijn, erken’.
‘Ik ben vreugde om en intuitief begrijpen
van der dingen wezen en hun natuur;
en zooals zon, om zoete pit te rijpen
haar warmte stuwt door harde schaal, zoo stuur
ik mijne kracht, begeerte, uit om te grijpen
't juweel dat blinkt door der belem'ring vuur
en dat ik wil bemachtigen en slijpen
tot volkomen eenheid met mijn natuur.
Ik ontsta en wortel in geest en lijf;
mijn takken spreiden zich uit zonder einde:
er bestaat geen ding, waar ik vreemd aan blijf.
Maar onverwoest- en onaanrandbaar ben
ik enkel waar ik het-in-waarheid-zijnde
dat is: de abstraktie van het zijn, erken’.