29.07.2012, 15:03
Ik droom in de armen van uw mededoogen,
Klein kindje aan moeders boezem weltevrêe.
Uw mond zoog weg 't venijn van 's levens logen,
Fel slangengif dat mij door de aadren gleê.
Mijn vrome trouw ligt aan uw schoot gebogen,
Mijn liefde volgt u, als een lam gedwee.
Mijn wil smelt weg in 't zonlicht van uw oogen,
Uw lippenkelk bedwelmt mijn levenswee.
Dáarom wil 'k slingren lelieënguirlanden
Om 't zilvren altaar van mijn hartskapel
En blanken wierook van devotie branden
En sprenklen 't water van mijn liedrenwel
En, 't vlammend hart in de opgeheven handen,
U Heiland noemen en Emmanuël.
Klein kindje aan moeders boezem weltevrêe.
Uw mond zoog weg 't venijn van 's levens logen,
Fel slangengif dat mij door de aadren gleê.
Mijn vrome trouw ligt aan uw schoot gebogen,
Mijn liefde volgt u, als een lam gedwee.
Mijn wil smelt weg in 't zonlicht van uw oogen,
Uw lippenkelk bedwelmt mijn levenswee.
Dáarom wil 'k slingren lelieënguirlanden
Om 't zilvren altaar van mijn hartskapel
En blanken wierook van devotie branden
En sprenklen 't water van mijn liedrenwel
En, 't vlammend hart in de opgeheven handen,
U Heiland noemen en Emmanuël.