27.11.2018, 09:55
Na de mis
Voor Deef
I
Daar waren zachte orgel-tonen, en gouden kaarslicht om 't altaar,
en ik weet niet of ik ooit in later, hooger droomen,
jou nog zal zien zoo schoon, en zoo devootlijk-vrome
met heel dien lichtschijn om je donk're haar.
Daar kwam alleen na stil-verloren zwijgen, innig en klaar,
een priesterzang binnen den droom van mijn gepeinzen stroomen,
ik hoorde niet, ik zag alleen zoo zuiver en volkomen,
jou staan aan 't bloeme-groen altaar -
Jongen, wat was je mooi, wat was je stil,
hoe waren je oogen lichten van jouw weten,
en scheen je alles om je heen vergeten,
denkend alleen aan èènen hoogen Wil, -
en nu,... ik hoor weer diezelfde zachte orgelzangen,
en zie jouw oogen, dònker van verlangen.
Voor Deef
I
Daar waren zachte orgel-tonen, en gouden kaarslicht om 't altaar,
en ik weet niet of ik ooit in later, hooger droomen,
jou nog zal zien zoo schoon, en zoo devootlijk-vrome
met heel dien lichtschijn om je donk're haar.
Daar kwam alleen na stil-verloren zwijgen, innig en klaar,
een priesterzang binnen den droom van mijn gepeinzen stroomen,
ik hoorde niet, ik zag alleen zoo zuiver en volkomen,
jou staan aan 't bloeme-groen altaar -
Jongen, wat was je mooi, wat was je stil,
hoe waren je oogen lichten van jouw weten,
en scheen je alles om je heen vergeten,
denkend alleen aan èènen hoogen Wil, -
en nu,... ik hoor weer diezelfde zachte orgelzangen,
en zie jouw oogen, dònker van verlangen.