27.11.2018, 09:40
Er was een ochtend... uit den diepen slaap gegleden
ontwaakte ik, zij hield mijn hand nog vast omvat,
het vroege voorjaar werd al merkbaar in de stad
en wagens reden langs de smalle gracht beneden.
Behoedzaam rees ik op van onze legerstede,
schoof het gordijn op zij, het morgenlichten dat
in zoo teederen greep de sluim'rende bezat
gaf glans en schaduw aan de thans ontspannen leden.
Een lente ging voorbij, de zomer is verdreven;
het uitzicht op de boomen aan een smalle gracht
verdween; hier loopt de wind door helm-beplante dreven;
hier zijn alleen de zee, winden en wolkenjacht...
De herfst zet in, maar onveranderlijk gebleven
sinds toen is haar aanwezigheid bij dag, bij nacht.
ontwaakte ik, zij hield mijn hand nog vast omvat,
het vroege voorjaar werd al merkbaar in de stad
en wagens reden langs de smalle gracht beneden.
Behoedzaam rees ik op van onze legerstede,
schoof het gordijn op zij, het morgenlichten dat
in zoo teederen greep de sluim'rende bezat
gaf glans en schaduw aan de thans ontspannen leden.
Een lente ging voorbij, de zomer is verdreven;
het uitzicht op de boomen aan een smalle gracht
verdween; hier loopt de wind door helm-beplante dreven;
hier zijn alleen de zee, winden en wolkenjacht...
De herfst zet in, maar onveranderlijk gebleven
sinds toen is haar aanwezigheid bij dag, bij nacht.