26.11.2018, 18:23
Ik sliep dien nacht zóó droomeloos en diep,
dat, toen de ochtend brak in vroege en koele kleuren
en uwe hand mij uit mijn rusten riep,
ik nog niet denken kon aan het vòor-nachtelijk gebeuren.
Maar toen de dag weer naar den avond neeg
hoorde ik de stem, waarmee gij eenmaal hebt gesproken
het lied, dat alle leed zoo schaduwloos verzweeg
doch van geluk zoo stràlende doorbroken.
En nadien bleef er niets dan een volkomen weten,
een zuiverheid waarin wij beiden stonden
licht en verheven, en hoe de verrukkingen der monden
aarzelend éérst, dan wild, elkander vonden
in een ontmoeten heidensch en bezeten,
dat ik om ééne nacht àl andre moest vergeten.
dat, toen de ochtend brak in vroege en koele kleuren
en uwe hand mij uit mijn rusten riep,
ik nog niet denken kon aan het vòor-nachtelijk gebeuren.
Maar toen de dag weer naar den avond neeg
hoorde ik de stem, waarmee gij eenmaal hebt gesproken
het lied, dat alle leed zoo schaduwloos verzweeg
doch van geluk zoo stràlende doorbroken.
En nadien bleef er niets dan een volkomen weten,
een zuiverheid waarin wij beiden stonden
licht en verheven, en hoe de verrukkingen der monden
aarzelend éérst, dan wild, elkander vonden
in een ontmoeten heidensch en bezeten,
dat ik om ééne nacht àl andre moest vergeten.