26.11.2018, 18:20
Gij waart zoò schoon, en dus heb ik U niet gekend
dien laten middag binnen de koelte uwer luchte wanden,
tegen der uren brekend licht hieldt ge 't gelaat wat afgewend
en in Uw schoot een paar verstrooide vogels: Uwe handen...
Gij waart tè schoon,... als een verdroomd en teederlijk pastel
schouwde mijn aandacht U in de opene warande, -
de stille woorden, die ge zeidet, zongen als de zachte bel
van klokken over avondlijk-verzonken landen -
En achter U lagen, onaantastbaar als het zeker weten,
het vreemd bezinnen op d'ieder eigene eenzaamheid,
de tuinen en terrassen, koel en roereloos-gewijd...
en overal, maar in Uw oogen diepst te lezen
speurde ik een ouden droom, dien 'k welhaast was vergeten,
maar in Uw naheid sterk en onafwendbaar komt gerezen.
dien laten middag binnen de koelte uwer luchte wanden,
tegen der uren brekend licht hieldt ge 't gelaat wat afgewend
en in Uw schoot een paar verstrooide vogels: Uwe handen...
Gij waart tè schoon,... als een verdroomd en teederlijk pastel
schouwde mijn aandacht U in de opene warande, -
de stille woorden, die ge zeidet, zongen als de zachte bel
van klokken over avondlijk-verzonken landen -
En achter U lagen, onaantastbaar als het zeker weten,
het vreemd bezinnen op d'ieder eigene eenzaamheid,
de tuinen en terrassen, koel en roereloos-gewijd...
en overal, maar in Uw oogen diepst te lezen
speurde ik een ouden droom, dien 'k welhaast was vergeten,
maar in Uw naheid sterk en onafwendbaar komt gerezen.